Openbaar vervoer is nu niet meer weg te denken uit onze samenleving. Het biedt iedereen de gelegenheid om voor een schijntje snel de andere kant van het land te bereiken. Twee eeuwen geleden was er ook al openbaar vervoer, maar door het toenmalige niveau van de techniek waren de voertuigen toen trager, duurder en inefficiënter.
Postkoets
De postkoets was een manier om vrij snel grote afstanden af te leggen. Postkoetsen boden vaak plaats aan vier tot zes personen en hun bezittingen en de koetsier die de paarden mende. Het was een uitstekende manier voor de wat rijkere burger om een andere stad te bereiken. Door de slechte kwaliteit van de wegen en het gebrek aan rubber banden kon reizen per postkoets wel een beproeving zijn voor de botten en gewrichten.
De trekschuit
De trekschuit bestaat al sinds de middeleeuwen, maar werd in de 19e eeuw in Nederland nog steeds gebruikt. Een lage boot werd door een paard dat langs het kanaal liep (over een speciaal ‘jaagpad’) voortgetrokken. Vervoer per trekschuit was absoluut niet snel, maar wel betaalbaar en de schuit gleed aangenaam zonder schokken over het water. Bovendien was de boot in tegenstelling tot zeilschepen niet afhankelijk van wind en kwam daardoor meestal op tijd aan.
Omnibus
De omnibus was een lange koets die zich stapvoets langs verschillende haltes binnenin een stad verplaatste. Eigenlijk was het een voorloper van de bus en reizigers betaalden net als nu bij de koetsier om een stuk mee te mogen liften. Het gebruik van steeds meer omnibussen met koetspaarden zorgde ervoor dat de toch al niet schone 19e-eeuwse stad vol kwam te liggen met mest en het incidentele paardenkadaver. De situatie werd een stuk beter toen de omnibus plaats maakte voor de stoomtram en later door bussen die op benzine reden.
Trein
Al in 1839 werd de eerste spoorweg van Nederland geopend. De Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij vervoerde passagiers met ongekende snelheid en comfort tussen Amsterdam en Haarlem. Vanwege de duivelse snelheid (wel 40 km/uur!) vroegen doctoren zich openlijk af of het gebruik van de stoomtrein niet schadelijk of zelfs dodelijk voor het mensenlichaam was. Toen dat niet waar bleek breidde het spoornet zich snel uit en aan het einde van de eeuw was de stroomtrein een normaal en populair vervoersmiddel dat de mobiliteit van alle maatschappelijke klassen sterk vergrootte.